Welke diersoorten geef je/lust je hond?
Het voordeel van zelf maaltijden samenstellen is dat je zelf bepaald waar het menu van je hond uit bestaat. Daarnaast wordt het gebit gereinigd, doordat de hond moet kauwen. Het is ook mogelijk een combinatie van KVV en zelf samenstellen te voeren. De twee meest bekende methodes om zelf samen te stellen zijn NRV en BARF.
NRV = Natuurlijke Rauwe Voeding
Ongemalen spiervlees, orgaan en stukken vleesbot (vlees met stukken bot erin, zoals een nek of rib). Je dient deze 3 ingrediënten in verhouding samen te stellen. Orgaan laxeerd en bot zorgt voor een stevige ontlasting, vandaar dat het van belang is dat dit in balans is. Hierbij kan je bijvoorbeeld deze verhouding gebruiken:
70% spiervlees
15% bot
15% orgaan
BARF = Bones And Raw Food / Biologically Appropriate Raw Food
Dit is hetzelfde principe als NRV, maar met een andere verhouding en extra ingrediënten. Er worden groente, fruit en noten toegevoegd. Deze verhouding wordt hierbij gebruikt:
50% vleesbot
20% spiervlees
15% orgaan
15% groente
Honden krijgen vanuit de natuur groente binnen doordat deze in de maag van het prooidier zit. De maaltijd mag maximaal voor 15% uit groente bestaan. Als je groente geeft, kun je dat het beste pureren of malen, omdat rauwe stukken groente niet verteerd worden door een hond. Als de groente gekookt wordt, verandert de vezelbron in verteerbare koolhydraten (suikers) wat een hond niet kan gebruiken. Hier kunnen honden makkelijk te zwaar van worden.
Het verschil tussen BARF en NRV
BARF
- Groente, fruit en noten toevoegd
- Er wordt met vleesbot gerekend
- Pens wordt gezien als orgaan
NRV
- Alleen vlees toegevoegd
- Er wordt met kaal bot gerekend (maar er wordt vleesbot gebruikt)
- Pens wordt gezien als een complete maaltijd
Voorbeeldmenu’s
Hoe het menu van je hond eruit kan zien is erg persoonlijk. Je kunt oneindig variëren.
Ook kun je een dag in de week een vette vis of heel prooidier met ingewanden geven als complete dagmaaltijd.
Je kunt ervoor kiezen elke dag compleet te voeren, door de percentages elke dag aan te houden (zie voorbeeld 1 en 3). Je kunt er ook voor kiezen hier meerdere dagen over te doen, dat je elke dag wat anders geeft en het totale weekmenu compleet is (zie voorbeeld 2 en 4). Dit gebeurt vaak bij kleinere honden, omdat de porties daarvan kleiner zijn. Ik zal bij het eerste NRV-menu de verschillende manieren van percentages uitrekenen laten zien.
Het is handig eerst te kijken over welke ingrediënten je beschikt aan spiervlees, vleesbot, orgaan, en als je het menu wilt uitbereiden met vis, groente, fruit, noten, ei, zalmolie, honing, kefir en zuivel. Daarna kun je deze ingrediënten invullen in het menu.
Foto: Nantastic
Ingrediënten die je kunt gebruiken:
Bij sommige ingrediënten is het beter om de biologische variant te gebruiken, omdat deze organen afvalstoffen verwerken, die minder aanwezig zijn in biologisch vlees.
Kip
Spiervlees: Kipfilet, kippendijvlees
Vleesbot: Kippenrug, kippennek, kipkarkas, kipvleugels, kippenpoot, kippenbout
Orgaan: Kippenmaag, kippenhart, biologische kippenlever, biologische kippennier
Rund
Spiervlees: Runderkopvlees, rundergehakt (niet half om half, daar zit varkensvlees in), rundertartaar, runderlappen, riblappen
Orgaan: Runderpens, runderhart, runderboekmaag, biologisch runderlever, biologisch rundnier
Lam/schaap
Spiervlees: Lamsvlees, schapenvlees
Orgaan: Lamshart, lamslever, lamslong, lamsnier, lamspens, lamsmilt, lamstong, lamsboekmaag (en ook allemaal van schaap)
Geit
Spiervlees: Geitenvlees
Vleesbot: Geitenrib (jonge geiten), geitenstrot, geitennek, geitenstaart
Orgaan: Geitenpens, geitenhart, geitenlong, geitenlever, geitennier, geitenlong, geitenmilt, geitenboekmaag
Eend
Spiervlees: Eendenvlees, eendenborstfilet
Vleesbot: Eendenkarkas, eendenvleugel, eendenrug, eendennek, eendenvoeten, eendenkop
Orgaan: Eendentong, eendenlever, eendenmaag, eendenhart
Paard
Spiervlees: Paardenvlees
Vleesbot: Paardenstrot
Orgaan: Paardenhart, paardenlever, paardennier
Hert
Spiervlees: Hertenvlees
Vleesbot: Hertennek (jong hert)
Orgaan: Hertenpens, hertenhart, hertennier, hertenlever
Hert gemengd met ree is ook mogelijk
Kalkoen
Spiervlees: Kalkoenvlees, kalkoendijvlees, kalkoenfilet
Vleesbot: Kalkoennek
Orgaan: Kalkoenhart, kalkoenmaag, kalkoenlever, kalkoennier
Kwartel
Vleesbot: Kwartelkarkas
Fazant
Vleesbot: Fazantenkarkas
Konijn
Spiervlees: Konijnenvlees
Vleesbot: Konijnenkarkas, konijnenkop
Orgaan: Konijnennier, konijnenhart, konijnenlong, konijnenlever, konijnenmaag
Haas
Spiervlees: Hazenvlees
Vleesbot: Hazenkarkas
Orgaan: Hazenhart, hazenlever, hazenlong
Parelhoen
Vleesbot: Parelhoenkarkas
Vis (compleet met organen)
Makreel
Haring
Sardien
Zalm (kop of lijf)
Forel
Tonijn
Sprot
Wijting
Garnalen
Prooidieren
Konijn, haas, kwartel, duif, parelhoen, muis, kip, eend, fazant, patrijs
Groente
Andijvie, sla (ijsbergsla bevat weinig voedingswaarden), komkommer, courgette, waterkers, alfalfaspruiten, peterselie, (kikker)erwten, peulvrucht, postelein, (knol)selderij, paksoi, broccoli, snij/sperzieboontjes, wortel, witlof, gemberwortel, bietjes, bonen, pastinaak, bloemkool, verse kruiden
NRV - voorbeeld 1
Een hond van 10 kilo die 2% van zijn/haar lichaamsgewicht per dag aan voeding nodig heeft.
70% spiervlees
15% kaal bot
15% orgaan (4% lever, 3% nier en 8% hart/long maximaal per week)
Eerste manier
10 kilo = 10.000 gram
10.000 gram x 0.02 = 200 gram voeding per dag
200 gram x 7 = 1.400 gram = 1 kilo en 400 gram voeding per week
200 gram x 0.7 = 140 gram spiervlees per dag
200 gram x 0.15 = 30 gram kaal bot per dag
200 gram x 0.15 = 30 gram orgaan per dag
Tweede manier
10 kilo x 10 = 100 x 2% = 200 gram voeding per dag
200 gram x 7 = 1.400 gram voeding per week, 1% van 1.400 gram = 14 gram
14 x 70% spiervlees = 980 gram spiervlees per week
14 x 15% kaal bot = 210 gram kaal bot per week
14 x 15% orgaan = 210 gram orgaan per week
1% van 200 gram = 2
2 x 70 = 140 gram spiervlees per dag
2 x 15 = 30 gram kaal bot per dag
2 x 15 = 30 gram orgaan per dag
Omdat het onrealistisch is om een hond kaal bot te geven zonder vlees eraan, is het kale bot verwerkt in vleesbot. Goed vleesbot bestaat voor de helft uit bot en de helft uit spiervlees. Dan dien je 60 gram vleesbot per dag te geven, en 30 gram spiervlees minder.
Op deze manier kom je op 110 gram spiervlees, 60 gram vleesbot en 30 gram orgaan per dag.
Maandag: 110 gram kippenvlees, 60 gram geitenstaart en 30 gram runderhart
Dinsdag: 110 gram geitenvlees, 60 gram eendenkarkas en 30 gram paardenhart
Woensdag: 200 gram lamspens
Donderdag: 110 gram hertenvlees, 60 gram kwartelkarkas en 30 gram konijnennier
Vrijdag: 110 gram hazenvlees, 60 gram parelhoenkarkas en 30 gram eendenlever
Zaterdag: 200 gram complete haring
Zondag: 110 gram paardenvlees, 60 gram hertennek en 30 gram kippenmaag
Foto: M. Velders
NRV - voorbeeld 2
Een hond van 30 kilo die 3% van zijn/haar lichaamsgewicht per dag aan voeding nodig heeft.
30 kilo = 30.000 gram
30.000 gram x 0.03 = 900 gram voeding per dag
900 gram x 5 = 4.500 gram = 4 kilo en 500 gram voeding per week
In dit voorbeeld vermenigvuldig ik de dagporties maal 5, omdat de overige 2 dagen al compleet zijn (prooidier en pens). In totaal wordt er 6 kilo en 300 gram voeding per week gegeven.
65% spiervlees
20% kaal bot
15% orgaan (4% lever, 3% nier en 8% hart/long maximaal per week)
4.500 gram x 0.65 = 2.925 gram spiervlees per week
4.500 gram x 0.2 = 900 gram kaal bot per week
4.500 gram x 0.15 = 675 gram orgaan per week
Je geeft 1.800 gram vleesbot per week, en 900 gram spiervlees minder.
Op deze manier kom je op 2.025 gram spiervlees, 1.800 gram vleesbot en 675 gram orgaan per week.
Maandag: Vasten
Dinsdag: 900 gram complete haas
Woensdag: 1013 gram schapenvlees
Donderdag: 900 gram eendenvleugel
Vrijdag: 900 gram runderpens
Zaterdag: 1013 gram paardenvlees
Zondag: 900 gram kippenrug + 675 gram hertenhart, eendenlever en konijnennier (dubbele portie ivm maandag)
Wat je ook kunt doen bij een NRV-menu;
4 dagen vleesbot met orgaanvlees 3 dagen spiervlees
3 dagen vleesbot met orgaanvlees, 3 dagen spiervlees en 1 pensdag
3 dagen vleesbot met orgaanvlees, 2 dagen spiervlees, 1 pensdag en 1 visdag
Foto: Karin Milovanovic
BARF - voorbeeld 3
Een hond van 50 kilo die 2.5% van zijn/haar lichaamsgewicht per dag aan voeding nodig heeft.
50 kilo = 50.000 gram
50.000 gram x 0.025 = 1250 gram per dag = 1 kilo en 250 gram voeding per dag
1.250 gram x 7 = 8.750 gram = 8 kilo en 750 gram voeding per week
50% vleesbot (helft spiervlees, helft bot)
20% spiervlees
15% orgaan (De helft pens, de andere helft gelijkmatig hart, lever en nier)
15% groente
1.250 gram x 0.2 = 250 gram spiervlees per dag
1.250 gram x 0.5 = 625 gram vleesbot per dag
1.250 gram x 0.15 = 188 gram orgaan per dag
1.250 gram x 0.15 = 188 gram groente/fruit/noten per dag
Bij de BARF-methode wordt onder andere fruit toegevoegd aan het menu. Fruit kan je niet tegelijkertijd geven met vlees, omdat fruit kan gaan gisten en dit buikpijn kan veroorzaken. Daarom dient fruit op een ander moment op de dag gegeven te worden dan het vlees.
De vis wordt als extraatje toegevoegd en niet meeberekend in de percentages.
Maandag: 250 gram paardenvlees, 625 gram kippenrug en 188 gram lamspens
Dinsdag: 250 gram rundergehakt, 625 gram eendenvleugel, 188 gram konijnennier en 50 gram fruitmix
Woensdag: 250 gram kippenvlees, 625 gram hertennek en 188 gram geitenpens
Donderdag: 1060 gram complete patrijs, 1 haring en 188 gram groentemix
Vrijdag: 250 gram eendenvlees, 625 gram kwartelkarkas, 188 gram lamslever, en 325 gram groentemix
Zaterdag: 250 gram hertenvlees, 625 gram fazantenkarkas en 188 gram paardenhart
Zondag: 250 gram eendenborstfilet, 625 gram paardenstrot, 188 gram runderhart, 300 gram groentemix en 75 gram noten en verse kruiden
Maak jouw eigen website met JouwWeb